Als het gaat om recreatief of sportvissen, is een van de meest gebruikte technieken het misleiden van een vis met een aas dat «vlieg» wordt genoemd. Voor het beoefenen van het zogenaamde «vliegvissen» moet de visser aan het uiteinde van de lijn een imitatie bevestigen van een prooi die door vissen gegeten zou kunnen worden (insecten, vislarven, kleine visjes). Dit kunstmatige aas wordt meestal door de vliegvisser zelf gemaakt door verschillende materialen, zoals haren of veren, aan de haak te bevestigen.
Daarvoor worden verschillende delen van de veren gebruikt, afhankelijk van het soort vlieg:
De herls zijn samengeklitte lamellen die vanuit de centrale schacht van de staart- of vleugelveren van grote vogels vertrekken. Ze zijn bedekt met talrijke fijne vezels die baardjes (barbules) worden genoemd.
Wanneer de lamel van deze baardjes wordt ontdaan, wordt het een quill, een stevige schacht die gebruikt wordt om het lichaam van bepaalde vliegen of de kiel van een dobber te vormen.
De hackles zijn volledige veren, voornamelijk afkomstig van speciaal gefokte hanen, die rond de haak worden gewikkeld om de kraag van droge vliegen te vormen.
De kleine veren van eend, wintertaling of wilde eend worden geheel of gedeeltelijk gebruikt vanwege hun aantrekkelijke kleuren en patronen, om kunstvliegen te maken die de sedge-insecten imiteren die in stilstaand of stromend water voorkomen.
Uiteindelijk zien we hier duidelijk het praktische én esthetische karakter van de veer, die onmisbaar is voor deze buitenactiviteit, het vissen, terwijl ze haar schoonheid en vleugje fantasie behoudt. Weinig andere sport- of vrijetijdsaccessoires kunnen dat evenaren.
|